Als er al een synoniem voor luxe gezocht moet worden, staat Marbella altijd heel hoog genoteerd. De Spaanse Upper Ten hield hier altijd al haar vakanties, of het nu filmsterren, bankiers of politici waren, altijd vergezeld van de paparazzi, ofwel de “gele” persmuskieten. Maar ook de internationale Jetset komt hier al tientallen jaren samen; de geld- en echte adel, de sterren van de eerste Liga. In heel Spanje is geen plaats waar ’s zomers zoveel prominenten samenkomen.

In de oude wijk Casco Viejo is de schoonheid van Marbella in takt gebleven. De smalle stegen en aardige witte huizen worden liefdevol onderhouden. In de wirwar van stegen kan men heerlijk doelloos rondwandelen. Er staan zowel heel gewone woonhuizen als luxe winkels, oorspronkelijke bodega’s en “toeristenshops”.

De eerste indruk van deze stegendoolhof herinnert nog aan het Moorse verleden. Veel stegen zijn misschien een meter breed, andere zijn zo breed dat er net nog een auto door kan. Het ziet er allemaal heel netjes, gemoedelijk en erg interessant uit door de vele zaken en bars.

Een belangrijke plek in de oude stad is het Plaza de los Naranjos. Een mooi plein met midden in Sinaasappelbomen, zoals de naam al aangeeft, met daarbij een bron uit het jaar 1604. Hier ligt ook het stadhuis (ayuntamiento), daterend uit 1572 met mooie architectonische details, zoals bijvoorbeeld het balkon; ook de fresco’s zijn het bewonderen waard.

In het stadhuis is een VVV-kantoor aanwezig. Aan de andere kant van het plein staat de Ermita de Nuestro Senor Santiago, een kleine kapel uit de 15e eeuw. Het was het eerste Godshuis dat na de herovering door de Spanjaarden werd gebouwd. Het gebouw Casa del Corregidor met zijn opvallende fassade werd in de 16e eeuw gebouwd.

De wereldberoemde jachthaven van Puerto Banús vormt wel de grootste bezienswaardigheid. Een paar kilometer ten westen van Marbella gelegen, is deze plaats verschoond gebleven van de hotelreuzen. De huizen worden, tenminste op het oog, in Moorse stijl gebouwd. De nabijgelegen stranden worden goed bezocht, maar zijn niet mudjevol. Wie wegens de hitte in de middag niet op het strand wil liggen, kan op de aardige Promenade rond slenteren en in de talrijke lokaliteiten genieten van de culinaire specialiteiten.

De echte blikvangers zijn hier echter zondermeer de jachten. Waar zie je zo maar motorboten, die 25 tot 40 m lang zijn en 3 tot 4 etages hoog en door minstens een dozijn personen bemand worden? Op de Promenade staat het publiek en verbaast zich over deze witglanzende reuzen. Wie zich echter meer interesseert voor voortbewegingmiddelen over land, komt hier ook aan zijn trekken. Want reusachtige jachten gaan hand in hand met zeer luxe auto’s. Het is dan ook bijna overbodig te vermelden, dat zulke auto’s voor de schepen worden geparkeerd: Rode Ferrari’s, Hummer’s, Bentley’s etc.. Nergens aan de hele zuidkust van Spanje vind je zoveel rijkdom bij elkaar.

Ronda is een schilderachtige stad in de bergen op een hoogte van 750 m. De heenweg vanaf de kust biedt al de nodige bezienswaardigheden.

Ronda ligt op een hoog plateau en wordt door een 100 m diepe kloof in tweeën gedeeld. De Rio Gualdalevin en de brug met 3 bogen, de Puente Nuevo, een architectonisch hoogstandje, die de beide wijken met elkaar verbindt, omsluiten de stad. Het oudste deel stamt nog uit de Moorse tijd, waarvan nog enkele resten over zijn. Het wordt kortweg La Ciudad (de stad) genoemd.

Op de andere kant ligt de nieuwere wijk El Mercadillo met de oudste arena voor stierengevechten van Spanje. Beide stadsdelen konden hun antieke charme bewaren omdat ze verschoond bleven van moderne nieuwbouw. Ze gunnen ons dus zowel een kijkje op de Moorse episode, als op de tijd, dat de christelijke veroveraars de stad introkken.